Ouderschap & professionals


Ouderschap is een onderwerp waarin ik geïnteresseerd raakte als jonge, onervaren doctorandus, die moest leren hoe met ouders te werken. Ik kwam een artikel tegen, geschreven door Alice van der Pas, een alumna van het Smith College waar ik ingeschreven was, en een beginnende correspondentie volgde, met als hoogtepunt haar uitnodiging om in het begin van de negentiger jaren in Nederland een presentatie te geven over mijn werk met een tienermoeder.

Door mijn onderwijs- en klinische werk bleef ouderschap een onderwerp van praktijk en studie. Toen ik uiteindelijk zelf ouder werd, baande ik mezelf waggelend, beroofd van slaap, een weg door een hele rits adviesboeken waarin alles stond wat men moet doen om een ‘goede ouder’ te zijn, en waarbij een heel scala aan tegenstrijdige opvattingen werd behandeld, allemaal aangeboden in absolute termen zonder enige rekening te houden met mijn specifieke context of de mogelijkheid dat er misschien meer dan één ‘juist’ antwoord op mijn vragen omtrent ouderschap zou kunnen zijn.

Ouderschap is complex en idiografisch: geen enkele aanpak of theorie is geschikt voor alle ouders en kinderen, en goedbedoelde ‘hulp’ kan ouders onbewust het gevoel geven dat ze niet beantwoorden aan een bepaalde onzichtbare standaard. Ouderschap is een complexe identiteit en, op zichzelf staand, een diepgaande ervaring qua ontwikkeling, en toch maakt de vraag wat het is om een ouder te zijn steeds maar weer opnieuw, in theorie en onderzoek, plaats voor de vraag wat kinderen nodig hebben, en wat de ouders moeten doen – en vaak niet doen – met betrekking tot de behoeften van hun kinderen.

Wat is de ervaring van een ouder te zijn en wat zijn de motivaties en behoeften van ouders? Hoe voelen ouders zich het meest geholpen of ondersteund? Om met deze vragen en de fenomenologie van het ouderschap te beginnen is, geloof ik, een zeer nuttige manier om elke vorm van doceren, onderzoeken of theorievorming over dit onderwerp mee te beginnen. Het helpt studenten om klinisch effectiever te zijn, en helpt om bij onderzoek zinvolle resultaten te krijgen.

Ik denk dat mijn eigen nieuwsgierigheid naar en onderzoeksvragen over ouderschap zich naar de complexe vormen toe bewegen: stiefouderschap, opvoeding in intentionele gemeenschappen, niet-traditionele gezinnen. Ik ben met name geïnteresseerd in ouderlijke ambivalentie en de complexe verwevenheid van de innerlijke binnen- en buitenwerelden van de ouder.