Onderzoek over ouderschap

Innovaties in het ‘dorp’ oftewel ‘the village it takes…’ : ouderschap in intentionele gemeenschappen

We weten dat een ‘sociaal netwerk’ belangrijk voor ouders is, maar hoe werkt dat? Meestal denken we in de meest traditionele zin: vrienden, familie en buren. Maar ver buiten de mainstream combineren ‘intentionele gemeenschappen’ de praktische aspecten van het samenleven met een gedeelde visie op het leven, vaak inclusief een alternatieve ouderschapsfilosofie. Deze studie verkent hoe ouders het leven in een van die gemeenschappen ervaren en de grote impact die deze ervaring op hun ouderschap heeft. Dit zorgt voor een frisse kijk op wat het is om een ouder te zijn, over wat voor soort ondersteuning ouders nodig hebben, en hoe we deze inzichten in de beroepspraktijk kunnen gebruiken.

Achtergrond van het onderzoek

Of het nu intuïtief is of door het lezen van het onderzoek, we weten allemaal hoe belangrijk het hebben van een goed sociaal netwerk voor ouders is om hen te ondersteunen bij hun moeilijke taak. Maar wat weten we werkelijk over ‘sociale netwerken’ en hoe ze voor ouders functioneren? Bijvoorbeeld, wat maakt het mogelijk voor ouders om al dan niet gebruik te maken van een sociaal netwerk? En wat bedoelen we eigenlijk met ‘sociaal netwerk’? Maar al te vaak denken we niet verder dan de standaardaanname dat de term ‘sociaal netwerk’ verwijst naar de uitgebreide familie, vrienden en buren rondom een traditioneel, heteroseksueel tweeoudergezin.

Ouders die zich niet thuisvoelen in deze netwerken kunnen het gevoel hebben buiten de mainstream te staan, wat kan leiden tot een gevoel van stigmatisering of niet erbij te horen, maar evengoed kan leiden tot het actief najagen van ‘identiteitsnetwerken’ – dat wil zeggen: andere ouders maar met dezelfde hang naar dingen, met een vergelijkbare levensstijl of seksuele geaardheid of overtuigingen, interesses etc. Er is weinig onderzoek gedaan naar de manieren waarop ouders zulke ‘uitverkoren’ vormen van ‘familie’ bewust creëren of eraan meedoen of naar de impact die deze niet-traditionele uitgebreide ‘familie’-netwerken op hun ouderschap kunnen hebben.

‘Intentionele gemeenschappen’ zijn wereldwijd een divers en ontluikend fenomeen. De term verwijst naar gemeenschappen die zijn opgezet met de bewuste bedoeling om de praktische aspecten van het samenleven te combineren met een gedeelde visie op het leven in één of meer van zijn sociaal-politieke, ethische, ecologische, spirituele, pragmatische of andere dimensies. In sommige van deze gemeenschappen vormen gedeelde ouderschapsfilosofieën of zelfs een gecoördineerde pedagogische aanpak die een eigen school ter plekke kan omvatten een onderdeel van de gedeelde visie.

Ouders kunnen er om vele redenen voor kiezen om in een intentionele gemeenschap te wonen, waarbij een aantal ervan te maken heeft met de praktische aspecten van ouderschap en het verlangen naar een bevredigende vorm van een gedeelde kinderopvang en/of onderwijs, maar de aantrekkelijkheid kent tegelijkertijd ook een breder filosofisch en identiteitsgerelateerd onderdeel. Het gevoel deel te zijn van een ‘familie naar keuze’ is sterk.

Plan en voorlopige bevindingen

Deze verkennende onderzoeksstudie vraagt ouders naar hun ervaringen van het leven in een intentionele gemeenschap en de impact ervan op hun ouderschap. De eerste bevindingen suggereren dat, waar de identiteit van de gemeenschap over het algemeen veel breder is dan haar pedagogische filosofie, er voor deze ouders een synergie is tussen aan de ene kant de verschillende elementen van de visie als geheel en aan de andere kant hun standpunten en vragen over het feit dat ze ouders zijn, maar ook hun concept van hun relatie met hun kinderen. In zowel praktische als emotionele zin melden ze dat het worden ingebed als ouders binnen een stabiel, zorgzaam en betrokken netwerk van andere volwassenen en kinderen hen in staat stelt om, terwijl ze ouder zijn, zich meer in het algemeen in te laten met volwassenenontwikkeling. Tot slot, groepsondersteuning betekent ook groepsinterventie of ‘bemoeienis’, en deze ouders praten erover wat het is om ouder te zijn in de context waar de groep over een actieve betrokkenheid in hun ouderschap beschikt.

Deze voorlopige bevindingen, afkomstig uit een plaats ver buiten de mainstream, stellen ons in staat halt te houden en vanuit een nieuw perspectief te kijken naar wat het is om een ouder te zijn en om te heroverwegen hoe we over het ondersteunen van ouders denken. We verkrijgen nieuwe inzichten over wat ouders nodig hebben om de steun van sociale netwerken en, bij uitbreiding, van professionals te kunnen accepteren en te vertrouwen. Wat is het verschil tussen professionele en collegiale ondersteuning? Hoe kunnen we gebruikmaken van deze inzichten in ons professionele handelingen?